Opzet scriptie / opbouw scriptie / scriptiestructuur
Een scriptie schrijven is altijd lastig. Vooral het begin is moeilijk, want hoe begin je eigenlijk? Begin met een opzet voor de scriptie. Als je voordat je begint met schrijven een overzicht voor jezelf opzet van alles wat je nog moet doen, in bijvoorbeeld een Word document, kan dat je veel hoofdpijn besparen. Je beschikt dan meteen over een kapstok waar je je gevonden informatie aan kunt ophangen.
Eisen van de opleiding voor de opbouw van jouw scriptie
Iedere opleiding stelt andere eisen aan de opbouw van jouw scriptie. Bekijk die eisen voordat je gaat beginnen.
Titelpagina
De titelpagina is de eerste pagina van je scriptie. Zorg dus dat die er geweldig uit ziet! Op de titelpagina zet je de titel en ondertitel en eventueel een plaatje dat er goed bij past. Je zet op de titelpagina ook je naam, de inleverdatum, je opleiding, je studentnummer en de naam van je scriptiebegeleider.
Voorwoord
In het voorwoord van je scriptie zet je een persoonlijke noot. Je kunt de lezer in het voorwoord informeren over de persoonlijke achtergrond van de scriptie en je kunt het voorwoord gebruiken om bepaalde personen, die je bijvoorbeeld geholpen hebben met je scriptie, te bedanken.
Samenvatting
Na het voorwoord komt de samenvatting van jou scriptie. Deze kun je het best pas schrijven als jouw scriptie helemaal af is. Pas nadat je jouw scriptie hebt geschreven kun je goed inschatten wat er in je samenvatting moet komen. De samenvatting moet een goede weergave zijn van je gehele scriptie en moet uitnodigen om je hele scriptie te lezen.
Je beantwoordt 5 vragen in je samenvatting van jouw scriptie:
1. Wat is het onderwerp?
2. Welke methoden van onderzoek heb je gebruikt?
3. Welke resultaten zijn er uit je onderzoek voort gekomen?
4. Wat is het antwoord op je hoofdvraag (conclusie)?
5. Wat zijn jouw aanbevelingen?
Inhoudsopgave
Na de samenvatting volgt de inhoudsopgave. Klik hier voor tips over hoe je gemakkelijk een inhoudsopgave kunt maken.
Figuren en tabellenlijst
Als je in je scriptie figuren en tabellen hebt gebruikt som je ze op in de figuren en tabellenlijst.
Lijst met afkortingen
In de lijst met afkortingen zet je alle afkortingen van de belangrijke begrippen die je hebt gebruikt in jouw scriptie op een rij. Achter de afkorting schrijf je het begrip voluit. Je kunt deze lijst het beste op alfabet zetten, dan is het voor de lezer overzichtelijk.
Begrippenlijst
Na je lijst met afkortingen komt de begrippenlijst. In de begrippenlijst schrijf je alle belangrijke begrippen op inclusief een korte uitleg. Schrijf ze ook op alfabetische volgorde op.
Inleiding scriptie
In de inleiding van jouw scriptie geef je aan wat het onderwerp van jouw scriptie is, hoe de probleemstelling luidt, wat de doelstelling van jouw scriptie is, wat jouw onderzoeksvraag is, hoe de deelvragen luiden en hoe de opzet van jouw scriptie eruit ziet. Als je inleiding op een goede en leuke manier geschreven is nodigt dit de lezer uit om verder te lezen.
Theoretisch kader
Een goed theoretisch kader geeft je onderzoek een sterke wetenschappelijke basis en vormt een houvast voor de rest van jouw scriptie. In het theoretisch kader geef je relevante begrippen, definities, modellen en theorieën met betrekking tot jouw scriptieonderwerp aan en beantwoord je de deelvragen die beschrijvend zijn. Deze vragen kun je beantwoorden door middel van een literatuuronderzoek. Je kunt in het theoretisch kader ook een hypothese opstellen of bijvoorbeeld een bepaalde hypothese bevestigen of ontkrachten. Let er op dat je de hypothesen nog niet gaat toetsen, dit doe je pas bij het kwantitatief of kwalitatief onderzoek. Als je een universitaire scriptie schrijft, dan schrijf je altijd eerst je theoretisch kader en daarna geef je aan welke methoden je hebt gebruikt ter beantwoording van de vragen. Ben je een hbo student? Dan geldt dit waarschijnlijk ook voor jou. Bekijk altijd eerst in de studierichtlijnen welke volgorde jij moet hanteren!
Methoden van onderzoek
Bij het onderdeel methoden van onderzoek (ook wel methodologie of onderzoeksopzet) beschrijf je de methoden die jij hebt gebruikt voor jouw onderzoek. Wat voor soort onderzoek heb je gedaan? Kwalitatief onderzoek of kwantitatief onderzoek? Hoe heb je de data verzameld? Hoe is je onderzoek verlopen?
Onderzoeksresultaten
In het hoofdstuk onderzoeksresultaten geef je aan wat de belangrijkste resultaten zijn die uit je onderzoek zijn voortgekomen.
Conclusie scriptie
In de conclusie van jouw scriptie geef je een antwoord op de hoofdvraag. De conclusie van jouw scriptie is een combinatie van de gevonden antwoorden op de deelvragen en de resultaten. Aan de hand van deze antwoorden schrijf je de conclusie. Let erop dat het geen herhaling wordt van stukken tekst.
Discussie onderzoek
Vaak zijn de resultaten uit de conclusie voor meerdere interpretaties vatbaar. Daarom schrijf je ook een discussie met betrekking tot het onderzoek. In de discussie geef je mogelijke interpretaties en visies weer en geef je bijvoorbeeld suggesties voor vervolgonderzoek.
Aanbevelingen
Soms moet je als student ook nog aanbevelingen doen, bijvoorbeeld voor het bedrijf waar je stage loopt. In het hoofdstuk aanbevelingen in jouw scriptie geef je deze aanbevelingen naar aanleiding van de conclusies van het onderzoek.
Literatuurlijst
Alle bronnen die je hebt gebruikt zet je in de literatuurlijst. Check bij je opleiding welke stijl je hier voor moet hanteren. Meestal is dit de APA-stijl.
Bijlagen
Vaak gebruik je documenten bij het schrijven van je scriptie, maar horen deze documenten niet thuis in de hoofdtekst. Deze onderdelen neem je op in de bijlagen. Bijvoorbeeld interviewvragen.
Zorg ervoor dat je niks mist!
Twijfel je of de opzet van jouw scriptie de juiste structuur heeft? Scriptiepunt helpt je graag verder.