Theoretisch kader

Na het opstellen van de probleemstelling, de hoofdvraag en de deelvragen schrijf je het theoretisch kader. In het theoretisch kader beschrijf je welke theorieën, ideeën en modellen er zijn met betrekking tot je onderwerp. Hoe begin je?

Belangrijke begrippen selecteren en uitwerken
Selecteer als eerste stap de belangrijkste begrippen uit jouw scriptie en werk ze uit. Van ieder begrip zullen er verschillende definities bestaan. Bespreek de definities en geef aan welke definitie aansluit bij jouw onderzoek. Welke theorieën en modellen zijn er met betrekking tot de begrippen? Geef ze aan en leg ook uit van welke theorieën en modellen je gebruik gaat maken in je scriptie. Je hoeft pas bij de methodologie te vertellen hoe je gebruik gaat maken van geselecteerde theorieën en modellen. 

Verschil hbo scriptie en wo scriptie
Bij een universitaire scriptie hoort een uitgebreide stand van zaken op het gebied van jouw scriptieonderwerp vaak in het theoretisch kader. Bespreek bijvoorbeeld welke discussies er zijn in de literatuur over jouw scriptieonderwerp. Bij een hbo scriptie doe je vaak praktijkonderzoek en geef je in je theoretisch kader aan welke vergelijkbare onderzoeken zijn gedaan met betrekking tot jouw vraagstuk. Hierbij geef je dan aan wat de overeenkomsten en verschillen zijn met jouw onderzoek en wat jouw onderzoek bijdraagt aan de stand van zaken. Bespreek altijd met je begeleider wat hij of zij van jou verwacht!

Beschrijvende onderzoeksvragen
In je theoretisch kader kun je ook de onderzoeksvragen beantwoorden die beschrijvend zijn en waar geen veldonderzoek voor nodig is. In je theoretisch kader kun je ook hypothesen presenteren die je later tijdens het onderzoek gaat testen. 

Logische opbouw
Houd altijd een logische opbouw aan in je theoretisch kader. Bespreek bijvoorbeeld per deelvraag bepaalde begrippen en modellen.